Overgangsproeven

Algemeen

  • Wil je meedoen aan de overgangsproef ben je verplicht om minstens 1 van de 2 oefendagen (tijdens de normale lesuren) mee te oefenen op de overgangsproeven. Lidnummer wordt genoteerd.
  • De overgangsproef geldt enkel voor het duo dat het resultaat heeft behaald en niet voor andere geleiders met dezelfde hond.
  • Zonder geldige lidkaart kan je niet deelnemen aan de proef. Deze moet voorgelegd worden bij inschrijving.
  • Voorafgaand aan het uitvoeren van de proef, wordt elke oefening steeds uitgelegd door een instructeur. Je kan dan steeds meer uitleg vragen.
  • Er moet gewerkt worden met loshangende lijn
    • Overgang B naar C Klas: steeds in de linkerhand (of de rechterhand voor rechts-geleiders)
  • Tijdens de proeven is alleen gebruik van een reglementaire leiband toegelaten. Vlooien- en tekenbanden, jasjes, en dergelijke dienen verwijderd te worden.
  • Om te slagen in de overgangsproef moet het team minstens
    • 50% van de punten behalen per oefening en
    • 60% op het totaal van de te behalen punten.
  • Er is één herkansing mogelijk op één van de oefeningen en dit voor de helft van de punten, behalve bij agressief gedrag tijdens volgende oefeningen:
    • oefening 1 “voorstellen” (zowel bij overgangsproef A => B als bij B => C)
    • oefening 3 “verdraagzaamheid” of “slalom” in de overgangsproef A => B
    • oefening 2 “volgen aan de leiband” in de overgangsproef B => C
  • Vanaf een tweede onvoldoende kan de geleider gevraagd worden het terrein te verlaten.
  • Tijdens volgende proeven moeten de leiband en halsband volledig af en weggestoken worden:
    • Overgang A/Junior => B: tijdens de proef “apport”
    • Overgang B => C: tijdens de proeven “volgen in vrijheid”, “down”, “apporteren”, ”oproepen in zit-voor" en ”van zit naar lig op afstand”.
  • Algemene houding:
    • Plasjes en hoopjes op het terrein:
      • - 3 punten + een boete van € 0,50.
      • Bij herhaling: de geleider moet verplicht van het terrein naar de plasweide gaan met de hond en de overgangsproef stopt.
    • Verstoren van de proef door de geleider of betwisten van de gevraagde uitvoering: de instructeur verzoekt de geleider het terrein te verlaten.
    • Verlies van alle punten door:
      • Het werken met snoep (voor de volledige overgangsproef)
      • Het aanraken van de hond tijdens de oefening (voor deze oefening)
  • Deelnemers overgang Junior/A-klas - B-klas:
    • Bij minder dan 6 kandidaten voor de overgang wordt de groep aangevuld met andere geleiders voor volgende oefeningen:
      • Volgen aan de leiband
      • Slalom ( verdraagzaamheid)
      • Down
      • Oproepen van de hond
  • Deelnemers overgang B-klas - C-klas:
    • Bij minder dan 8 kandidaten voor de overgang wordt de groep aangevuld met andere geleiders voor volgende oefeningen:
    • Volgen aan de leiband
    • Volgen in vrijheid
    • Down
    • Oproepen in zit voor en voet



Overgangsproef A/Junior → B-Klas


1. Voorstellen van de hond – 10 punten

Tanden tonen van de hond: links, rechts & vooraan. Daarna de hond in houding recht vragen (de geleider mag de hond helpen in de houding recht te komen). De instructeur moet de hond kunnen aaien. De geleider mag het hoofd van de hond vasthouden.


Strafbepaling

  • Agressief gedrag: verlies van alle punten. Er is dan geen herkansing mogelijk.
  • Bij moeilijke uitvoering: -2 punten (maximaal 2 x)
  • De instructeur kan de hond niet aaien -4 punten (bijvoorbeeld uit angst)


2. Volgen aan de leiband – 15 punten

De hond en geleider moeten een parcours afleggen in een Z-vorm met rechte hoeken. Elk been van de Z bedraagt 7 meter. Het totale parcours bedraagt ongeveer 40 meter.

Bij het terugkomen maken de geleiders een verplichte keeroefening (deze hoeft niet perfect te zijn) ter hoogte van de 2 kegels met een tussenruimte van 2 meter. De leiband moet doorhangen.


Strafbepaling

  • De geleider mag praten op dezelfde toon tegen de hond, maar mag geen bijbevelen geven (zoals bvb. “dicht”, “volg”, “hier”, enz).
  • Elke ruk aan de leiband: - 1 punt
  • Elk bijbevel of gebaar: -1 punt
  • Hond loopt op 0,5 m: - 1 punt
  • Wanneer de hond zich méér dan 1 meter van de geleider verwijdert: - 2 punten
  • De geleider volgt de hond (GVH): maximaal - 3 punten
  • Niet correct tempo wordt bestraft: maximaal - 2 punten
  • Niet uitvoeren van de “keer”: - 3 punten
  • Voortdurend gestrekte leiband: geen punten


3. Verdraagzaamheid – 10 punten

Hond en geleider gaan de rij voorlangs af. Bij de laatste geleider gekomen de rij volledig slalommen. De hond mag niet (zeer) agressief uit de hoek komen tegenover de andere honden en de geleiders. Op het eind van de slalom hoeft geen voet gevraagd te worden.

Ook de honden van de geleiders die in de rij staan, mogen niet (zeer) agressief overkomen.

De geleiders die in de rij staan, mogen de hond vasthouden.


Strafbepaling

  • Agressief gedrag van elke hond (ook deze in de rij) betekent verlies van alle punten. Er is dan geen herkansing mogelijk.
  • Op het rechte stuk van vertrekpunt tot de twee kegels:
    • Per 0,5 m dat de hond van de geleider weggaat - 1 punt
    • Constant op 0,5 m lopen van de geleider: - 2 punten
    • Elke ruk aan de leiband: - 1 punt
  • De geleider mag praten tegen de hond en de aandacht vragen, maar geen bijbevelen geven: -1 punt per bijbevel


4. Houdingen – 10 punten

De geleider doet 2 stappen naar voor en vraagt de hond in “zit” als beginhouding.

Daarna wordt de houding liggen gevraagd op teken van de instructeur.

Puntenverdeling: houding zit = 4 punten, houding liggen = 6 punten.

De eerste houding moet uitgevoerd worden, anders nul op deze oefening. Er mogen maximaal 3 bijbevelen gegeven worden bij de houding zit en bij de houding lig.

Elke houding moet minstens ongeveer 5 seconden aangehouden worden.

De hond moet zich niet naast de geleider bevinden. De houdingen mogen ook vóór de geleider uitgevoerd worden.


Strafbepaling

  • Elk bijbevel of gebaar is -1 punt
  • Ruk aan de leiband bij de eerste houding: - 2 punten
  • Bij de houding ‘liggen’ is het niet toegelaten om een ruk te geven of te helpen met de leiband: verlies van alle punten.
  • De hond MOET de houdingen aannemen en de geleider moet steeds in de rechtopstaande houding terugkomen.


5. Down 30 seconden – 10 punten

De hond moet aan de leiband bij de geleider blijven liggen gedurende 30 seconden.


Strafbepaling

  • Elk gebaar of bijbevel: -1 punt
  • Bij de houding “liggen” is het niet toegelaten om een ruk te geven of de hond te helpen met de leiband: verlies van alle punten.
  • De geleider moet in de rechtopstaande houding terugkomen.
  • De hond komt uit de houding in “zit” of “recht”: verlies van alle punten


6. Apport – 10 punten

De hond wordt afgelijnd en de geleider werpt het voorwerp ongeveer 10 meter weg op teken van de instructeur. De hond mag mee vertrekken.

De hond moet het voorwerp binnen de 30 seconden en binnen de 3 meter brengen en bij de geleider blijven. Bijbevelen zijn gratis.

De geleider mag bijbevelen geven om de hond te lokken en mag ook van de hond weglopen.

Naar de hond toe lopen is niet toegestaan.


Strafbepaling

  • Verlies van alle punten:
    • Naar de hond toelopen
    • Geen vind of rondlopen
    • De oefening duurt langer dan 30 seconden
  • Verlies van een deel van de punten:
    • De hond laat het voorwerp vallen: -1 punt per keer
    • De hond moet het voorwerp brengen, anders -1 punt per meter met een maximum van 3 meter
    • De hond vindt het apport en raapt deze op, maar brengt hem niet terug: levert 3 punten op.(vind)


7. Terugroepen van de hond – 10 punten

De hond wordt achtergelaten op een bij de instructeur op een door hem bepaalde plaats.

Hij mag vastgehouden worden aan de leiband door de instructeur. De geleider gaat staan op een door de instructeur bepaalde plaats, op een afstand van ongeveer 10 meter.

Op teken van de instructeur roept de geleider de hond op. Lokken van de hond met de stem is toegelaten (niet met speeltje). De hond moet binnen de 20 seconden bij de geleider zijn.


Strafbepaling

  • Indien de hond niet komt binnen de gestelde tijd (20 seconden): verlies van alle punten.
  • De hond komt niet rechtstreeks naar de geleider: - 3 punten
  • Naar de hond toe lopen: verlies van alle punten (Men mag zich wel omdraaien naar de hond toe en eventueel achterwaarts stappen.)



Overgangsproef B → C-Klas


1. Voorstellen van de hond – 10 punten

Tanden tonen van de hond: links, rechts en vooraan. Daarna de hond in houding recht vragen (de geleider mag de hond helpen in de houding recht te komen). De instructeur moet de hond kunnen aaien. De geleider mag het hoofd van de hond vasthouden.


Strafbepaling

  • Bij agressief gedrag: 0/10
  • Niet kunnen aanraken: 0/10
  • Tanden niet kunnen zien: 0/10


2. Volgen aan de leiband – 15 punten

Hond en geleider gaan de rij voorlangs af. Bij de laatste geleider gekomen moeten zij de rij volledig slalommen. De geleiders die in de rij staan mogen hun hond aanraken en aandacht vragen. De leiband moet steeds in de linkerhand gehouden worden (rechterhand voor rechts-geleiders).

De hond vertrekt vanuit “voet” en eindigt met een “voet”, die meetelt in de beoordeling. Men mag niet praten tegen de hond tijdens de oefening.


Strafbepaling

  • Agressief gedrag van elke hond (ook deze in de rij) betekent verlies van alle punten. Er is dan geen herkansing mogelijk.
  • Elk bijbevel of gebaar: -1 punt
  • Ruk: -1 punt
  • 0,5 meter: -1 punt
  • 1 meter - 2 punten
  • Als de hond constant op 1 meter loopt: - 5 punten
  • Niet correct aan de voet: - 1 punt + gratis herplaatsen in een correcte voet.


3. Volgen in vrijheid – 15 punten

Hond en geleider moeten een parcours afleggen in een L-vorm van ongeveer 30 meter. Het parcours wordt heen en terug afgelegd, waarbij 2x een buitenkant en 1x een binnenkant wordt gelopen. De hond vertrekt vanuit voet en de oefening eindigt met de hond aan de voet. De geleider mag praten op dezelfde toon tegen de hond, maar mag géén bijbevelen geven (zoals bvb “dicht”, “volg”, “hier”, “kijken”, enz.).


Strafbepaling

  • Bijbevel: -1 punt
  • Bijbevel gebaar: -1 punt
  • 0,5 meter: -1 punt
  • 1 meter: - 2 punten
  • Als de hond constant op 1 meter loopt: - 5 punten
  • Als de hond op méér dan 2 meter loopt: verlies van alle punten
  • De geleider volgt de hond (GVH): maximaal - 3 punten
  • Niet correct tempo wordt bestraft: maximaal - 2 punten
  • Geen correcte voet op het einde van de oefening: - 1 punt + gratis herplaatsen in een correcte voet


4. Houdingen – 10 punten

De geleider zet 2 passen naar voor en vraagt de hond in de beginhouding “voet”. Deze moet juist zijn. Indien niet, mag de geleider deze corrigeren.

Daarna worden de houdingen “liggen”, “zit” en “staan” gevraagd (altijd in deze volgorde).

Puntenverdeling:

  • 3 punten voor de houding “liggen”
  • 3 punten voor de houding “zit” en
  • 4 punten voor de houding “staan”.


De hond moet zich niet naast de geleider bevinden. De houdingen mogen ook vóór de geleider uitgevoerd worden.

De hond moet de gevraagde houding aannemen voordat naar de volgende houding overgegaan wordt. Er mogen maximaal 2 bijbevelen gegeven worden.

Elke houding moet minstens ongeveer 5 seconden aangehouden worden.


Strafbepaling

  • Bijbevel of bijbevel met gebaar: -1 punt
  • Bij de houdingen is het niet toegelaten om een ruk te geven of te helpen met de leiband: verlies van alle punten.
  • De hond MOET de houdingen aannemen en de geleider moet steeds in de rechtopstaande houding terugkomen.


5. Down 2 minuten – 10 punten

De hond moet 2 minuten blijven liggen op een afstand van 5 meter tussen de hond en geleider. De hond blijft liggen tot de geleider terug naast de hond staat en de oefening beëindigd is.


Strafbepaling

  • Bij het aannemen van de houding “lig”: maximaal 2 bijbevelen: telkens – 1 punt
  • Tijdens de houding “down”:
    • Bijbevel op afstand of (BBA) bijbevel met gebaar op afstand (BBGA): - 2 punten
    • Indien de hond vooruit kruipt: -1 punt per meter met een maximum van 2 meter (daarna verlies van alle punten)
    • Indien de hond uit de houding komt in “zit” of “staan”: verlies van alle punten
  • Indien de hond naar de geleider komt moet deze direct aangelijnd worden zodat hij de anderen niet stoort tijdens de oefening. Als de hond gaat lopen en de anderen gaat storen wordt de oefening volledig hernomen zonder verlies van punten van de deelnemers, behalve voor deze waarvan de hond is gaan lopen.


6. Apport – 15 punten

De hond moet een voorwerp gaan halen dat op een afstand van ongeveer 10 meter wordt weggegooid. De hond mag mee vertrekken. De geleider mag van houding veranderen (hurken) terwijl de hond van hem wegloopt.

Men krijgt 5 gratis bijbevelen om de hond aan te moedigen om het voorwerp te brengen. De geleider mag een paar passen achteruit gaan.

De hond moet het voorwerp binnen de 30 seconden en binnen 3 meter brengen en de geleider moet het voorwerp kunnen aannemen.


Strafbepaling

  • Bijbevelen: 5 gratis, daarna -1 punt per bijbevel
  • Verlies van alle punten:
    • Naar de hond toelopen
    • Geen vind of rondlopen
    • De oefening duurt langer dan 30 seconden
  • Verlies van een deel van de punten:
    • De hond laat het voorwerp vallen: -1 punt per keer
    • De hond moet het voorwerp brengen, anders -1 punt per meter met een maximum van 3 meter
    • De hond vindt het apport en raapt deze op, maar brengt hem niet terug: levert 3 punten op.(vind)
    • De geleider verandert van houding wanneer de hond terugkomt: -1 punt
    • Niet aannemen van het voorwerp: -1 punt


7. Oproepen in zit vóór en voet – 15 punten

De hond wordt achtergelaten in de houding die de geleider verkiest en gaat op ongeveer 15 meter voor de hond staan op aangeven van de instructeur.

Eerst wordt een stap gezet (zoals toegelaten op brevet), en dan pas mag “wacht” of “blijf” gezegd worden. Men krijgt 5 gratis bijbevelen om de hond te laten wachten. Gebaren of gebruik van de stem tellen telkens als bijbevel.

Men mag achterwaarts weggaan van de hond en/of omkijken / omdraaien naar de hond.

De hond moet na het bevel vlot naar de geleider komen. Men mag de hond lokken met de stem en binnen de meter mag een (gratis) bevel gegeven worden van “zit-vóór”.

Op teken van de instructeur geeft de geleider het (gratis) bevel tot “voet”.

De “voet” moet correct zijn. Na bevel van de instructeur moet de hond wel mooi aan de voet geplaatst worden (telt niet mee voor punten en aanraken mag)


Strafbepaling

  • Niet vlot komen: -1 punt (tempo)
  • Geen zit-vóór: -1 punt
  • Geen voet: -1 punt
  • Elk bijbevel of gebaar: -1 punt
  • De hond verandert van houding: - 1 punt
  • De hond vertrekt vóór het bevel van de geleider: - 3 punten + herplaatsing
  • De hond verplaatst zich verder dan 3 m: - 3 punten + herplaatsing
  • De hond mag maximaal éénmaal herplaatst worden
  • De hond komt niet rechtstreeks: loopt voorbij de geleider, meer dan 5 meter: - 2 punten
  • De hond is niet binnen de 20 seconden bij de geleider aangekomen in “zit-vóór”: verlies van alle punten
  • Naar de hond toelopen: verlies van alle punten. Men mag zich wel omdraaien naar de hond.


8. Van zit naar lig op 5 meter afstand – 10 punten

De hond wordt achtergelaten in de houding “zit”.

De geleider gaat op ongeveer 5 meter afstand staan en op teken van de instructeur geeft de geleider het bevel tot “liggen”. De hond blijft liggen tot de geleider terug naast de hond staat.

Pas op teken van de instructeur mag de hond beloond worden.


Strafbepaling

  • Hond gaat liggen voor bevel: - 2 punten
  • Bijbevel: -1 punt
  • Bijbevel gebaar: -1 punt
  • Indien de hond vooruitkomt: -1 punt per meter met maximum van 2 meter.
    • Indien verder dan 2 meter: herplaatsing
  • Herplaatsing: - 3 punten
  • De hond mag maximaal éénmaal herplaatst worden
  • De hond komt recht voordat de geleider terug bij hem is: - 1 punt

Alvast succes!

Heb je nog vragen?

Neem contact op met een instructeur na de les of stuur ons een mail.